HET FEIT OVER NEDERLANDS DAT NIEMAND VOORSTELT

Het feit over Nederlands dat niemand voorstelt

Het feit over Nederlands dat niemand voorstelt

Blog Article

Middelnederlands onderscheidt zichzelf betreffende Oudnederlands bij meer door dit afzwakken betreffende de vocalen, ook wel vocaalreductie genoemd. Voorbeeld vogala is vogele (in modern Nederlands: vogels). Hoewel daar in dit Middelnederlands heel wat verdere is overgeleverd (in de gedaante aangaande handschriften en de vroegste gedrukte boeken) vervolgens over Oudnederlands en dit de begrenzing in de tijd beslist, is dit onderscheid dus mede taalkundig van aard: zie onder verdere A.

Heruitgave betreffende een Statenvertaling uit 1921. Pas in de 16e eeuw gestart de vele regionale talen in de gebieden daar waar meteen Nederlands wordt gesproken aan hun ontwikkeling tot één standaardtaal. Tot dan toe kende iedere regio haar persoonlijk geschreven gedaante(en) en daarin weken die in het zuidoosten (Limburg) en noordoosten (met Groningen tot een Achterhoek) dit meest af. Zij vertoonden invloeden aangaande een talen over het Hanzegebied en Münsterland en zullen later bijna niet deelnemen aan een vorming van een handige Nederlandse standaardtaal.

1600 in de Leidse universiteitsbibliotheek). Een oudste, in het origineel overgeleverde niet-literaire tekst in dit Middelnederlands is een statuten van een leprozerie over Gent het van 1235 dateert.

De beroemde schepenbrief met Bochoute uit 1249 is een vroegste in het Nederlands opgestelde notariele akte. Daarvan bezit verder nimmer ons Latijns equivalent of voorbeeld bestaan. Vanaf 1262 geraken in Brugge handig al die ambtelijke bescheiden alleen in de landstaal opgesteld. Het voorbeeld is vervolgens in de loop aangaande een eeuw nagevolgd via overige steden in Vlaanderen, Holland en Zeeland. Een grafelijke kanselarij met Holland en Zeeland blijft tot een momentje na 1280 de meeste stukken in dit Latijn opstellen. Van 1285 zijn desalniettemin verder binnen die kanselarij een in dit Latijn opgestelde stukken duidelijk in een minderheid. Alsnog een decennium later is slechts alsnog voor buitenlandse geadresseerden Latijn of Frans gehanteerd.[19],[20]

De in de Statenbijbel gebruikte spelling was een over de 1e pogingen tot standaardisering over de Nederlandse spelling, maar deze spelling bezit tenslotte gering invloed gehad en wordt tegenwoordig mits ouderwets beschouwd.[10]

• nederlands -fans• nederlands amateur elftal• nederlands arbeidsfront• nederlands astma fonds• nederlands elftal• nederlands engels• nederlands hervormd• nederlands hervormde kerk• nederlands indie• nederlands les• nederlands limburg• nederlands mijzelf rijbweijs• nederlands nederlands• nederlands regime• nederlands samaraccaans • nederlands spanol• nederlands taal• nederlands talig• nederlands turks• nederlands wijsgeer

Ons serieuze gelijkenis tussen het Engels en het Nederlands ten opzichte van het Hoogduits, werden hierdoor veroorzaakt. Ons bekend voorbeeld is een "p" in dit Engelse apple en Nederlandse appel welke in het Hoogduits een Apfel geworden kan zijn. In de late negentiende en vroege twintigste eeuw werd een tweedeling tussen een Nederduits en een Hoogduits vaak voorgesteld ingeval een basis voor het huidige onderscheid tussen ons Nederlandse en ons Duitse nationale taal.

Binnen deze grovere rangschikking bevond zich ons omvangrijk reeks stammen waarvan de namen ten dele gebruikt geraken voor nu nog bestaande dialectgroepen.[7] Een nationale talen zijn echter ook niet direct read more op een stamindeling gebaseerd. Dit gebied met de Nederlanden werd in een vroege middeleeuwen bevolkt via groepen die traditioneel in 3 stammen geraken ingedeeld: de Friezen, Saksen en Franken.[8] Dezelfde 3 stammen bewoonden omvangrijke delen met dit gebied van het huidige Duitsland; zuidelijk daarvan woonden bij verschillende de Zwaben en Beieren.

Het oudste in dit Nederlands geschreven boek het momenteel vertrouwd kan zijn, is het handschrift aangaande de Wachtendonckse Psalmen, zo genoemd naar een Luikse kanunnik Arnold Wachtendonck, welke dit in een 16e eeuw in bezit had. In 1591 dateerde Justus Lipsius dit op omstreeks 900. Dit boek is overgeleverd in de vorm met ons gedeeltelijke kopie; na Lipsius kan zijn het nimmer verdere teruggezien. Dit is waarschijnlijk ontstaan in de regio daar waar het zich 700 jaar later alsnog alsmaar bevond: in het Nederlandstalig deel over dit prinsbisdom Luik, mogelijk in de Abdij aangaande Munsterbilzen, een adellijk stift, waaraan Wachtendonck indien rector verbonden was.

In de 16e eeuw, destijds de geletterdheid tussen een 'normale' bevolking duurzaam steeg en daarom verder het Nederlands aldoor belangrijker werden zodra schrijftaal, werden verschillende pogingen ondernomen een eenduidige spelling te uitvoeren. Tenslotte gaf een Staten-Generaal opdracht teneinde de Bijbel vanuit de grondtekst te vertalen. Dit resulteerde in 1637 in een vertaling die vertrouwd werden zodra de Statenvertaling. De invloed betreffende die vertaling op een ontwikkeling met een Nederlandse taal kan zijn in dit verleden krachtig overdreven voorgesteld.

Daar leefden verder Indianen in het gebied. Een Nederlanders waren niet meer dan een grootste minderheid. Zeker was de lingua franca dit Nederlands. Heel wat indianen leerden een vereenvoudigd Nederlands om handel betreffende de Nederlanders makkelijk te vervaardigen. In 1674 ging een kolonie definitief aan in Britse handen, maar veel namen van plaatsen zijn kenmerkend voor de Nederlandse overheersing.

Wel golden er strikte beperkingen: de Nederlanders moesten op Dejima gaan wonen en hun contacten met een Japanners werden tot dit strikt noodzakelijke beperkt.

In de Franse Westhoek zijn de meeste plaatsnamen en familienamen voelbaar Nederlands. Tevens worden steeds meer straatnamen 'vervlaamst', dat wil zeggen het een verfranste verschijning ofwel een vervanging door Franse equivalenten wordt teruggedraaid naar de oorspronkelijke versie.

Een grens tussen dialect en taal is voor dit West-Germaanse taalgebied, zeker ook voor Holland en Vlaanderen, bijzonder problematisch. Voorzichtigheid is zeker geboden bij het toepassing betreffende dit kaartje, daar de meeste taalgrenzen die erop ogen aangegeven vloeiend en vaag bestaan en ook niet via al die taalkundigen geraken onderschreven (in dit bijzonder de grenzen betreffende dit Limburgs en dit Nedersaksisch ook niet).

Report this page